Na een gezellig ontbijt stappen we de bus in voor een twee uur durende hobbelrit. Lange tijd rijden we door kleine dorpjes met groene velden, schijnbaar naar het midden van nergens. Tot we ineens stoppen naast een dichtbegroeid bosje met tropische planten.
Als we de hoek om lopen zien we tot onze grote verrassing een werkelijk paradijselijk meertje. Helderblauw water omringd met prachtige palmen en varens, mooie houten hutjes en een heuse tarzanslinger. In de palmen wonen vrolijk kwetterende knalgele vogeltjes, die prachtige ronde nestjes weven van palmbladeren. Andere bomen zitten vol bijzondere aapjes, waarvan enkele mannetjes met felblauwe ballen. Het water heeft een heerlijke temperatuur en terwijl we zwemmen bewonderen we al het moois om ons heen. Genieten!
Onze lunch bestaat uit een omelet waarin frietjes zijn meegebakken, een goeie salade en vers fruit. Het is enorm gezellig met de groep en tijdens de dag leren we elkaar allemaal beter kennen en voel je dat de onderlinge banden sterker worden.
Op de terugweg naar Moshi stoppen we bij een lokaal marktje, waar we door meerdere locals begroet worden met het geroep van 'Corona! Corona!'. Best een beetje ongemakkelijk en we weten niet of het een grapje is of serieus. Ik moet er vooral aan wennen om ineens met een hele groep muzungu's ergens rond te lopen, dat is toch wel anders dan alleen.
Met een groepje fietsen we nog even naar het centrum van Moshi om te pinnen en een lekkere koffie te drinken. Als ik een stukje in mijn eentje loop merk ik ineens hoe anders mensen op me reageren dan als we met de groep zijn: alleen word ik continu door bijna alle mannen aangesproken en wil iedereen met me mee lopen en me helpen, terwijl we met de groep veel meer met rust gelaten worden. Dat is wel weer lekker.
In het donker fietsen we terug, wat een kleine uitdaging is met alle hobbels en kuilen in de weg. We eten weer een smakelijke hap met zijn allen aan een lange houten tafel en zitten daarna gezellig nog een tijdje bij het kampvuur. Dan naar bed, want morgen vertrekken we om 8 uur voor onze oefenwandeling aan de basis van de Kilimanjaro.
Om vast warm te lopen voor onze aanstaande tocht wandelen we vandaag naar de eerste hut van de Kilimanjaro. Het blijkt een goed aangelegde route te zijn, waardoor het pad makkelijk te volgen is en we in redelijk tempo doorlopen. Het enige waar we voor stoppen zijn de talloze aapjes die speels door de takken slingeren. Na de Velvet Monkey (blauwe ballen) van gisteren zien we vandaag de Blue Monkey (die een blauwe glans heeft in de zon) en de Colobus Monkey (met een stijlvolle langharige witzwarte vacht).
Gaandeweg merken we dat de groep in verschillende tempo's loopt, maar elk uur wachten we op elkaar en trekken we weer samen verder. Na 3,5 uur stijgen lopen we plotseling het dichtbegroeide regenwoud uit en zien we de hut. Tijd voor lunch! Aan een picknicktafel genieten we van ons pakketje kouwe friet, samosa's en een yoghurtje. Daarna lopen we nog een klein stukje door naar een kleine krater en dan beginnen we aan de terugtocht.
Inmiddels is de lucht behoorlijk dicht getrokken en voelen we wat druppels. Het eerste buitje is kort en onze regenkleding eigenlijk niet waardig, maar daarna begint het echt te gieten. De volledige twee uur naar beneden blijft het regenen en binnen de kortste keren zijn we volledig doorweekt. Bij elke stap soppen mijn sokken in mijn schoenen, maar het heeft ook wel wat, regen in het regenwoud. Gelukkig bederft de hoosbui onze stemming niet en zingen we vrolijk een aantal coupletten 'potje met vet'.
Na een droge kledingwissel stappen we de bus weer in, waar het tijdens de rit opvallend stil blijft. Toch wel een uitputtende wandeling. Terug bij het hotel drogen we onze schoenen en kleding bij het kampvuur en kletsen we nog wat na. Iets later dan verstandig kruip ik weer mijn bedje in. De wekker staat om 7 uur, want morgen gaan we écht beginnen!
Vandaag lopen we de eerste dag van onze klim naar de top van Meru. Na een start op zijn Afrikaans (lekker langzaam) zaten we om half 9 eindelijk allemaal ingepakt in de bus. Vanaf daar was het nog een aardig eindje rijden tot we aankwamen bij Arusha National Park. Nadat we ons allemaal hadden geregistreerd, wat hadden gegeten en een plaspauze hadden gehad was het dan om half 2 eindelijk tijd voor de echte start van ons avontuur.
We begonnen op het heetst van de dag in de volle zon met een tocht door de savanne. Een pittig stuk dat gelukkig werd beloond met giraffen, zebra's en aapjes in de verte. Pas toen we allemaal het zweet in de bilnaad hadden staan doken we ineens met een klein paadje het bos in. Vanaf daar was het een prachtige en sprookjesachtige wandeling. Het dunne pad slingerde als een kabbelend beekje tussen de met mos begroeide bomen door. Langzaam maar zeker maakten we de nodige meters omhoog, afgewisseld met enkele steile dalingen om riviertjes over te steken. Onderweg kwamen we prachtige vogels, kleurrijke vlinders en vrolijke aapjes tegen. Al met al was iedereen het erover eens: dit is een fantastische wandeling.
Vandaag houden we het droog en komen we net voor zonsondergang aan bij de eerste hut. Daar staan al teiltjes warm water klaar om ons mee te wassen, wat een luxe! Ook over de berghut hebben we niks te klagen. Aanvankelijk had ik rekening gehouden met een grote slaapzaal waar we op elkaar gepakt in een rijtje zouden moeten liggen, maar niks is minder waar. We hebben per tweetal een kamer voor onszelf met prima matrassen en zelfs een kussen. Er schijnen zo nu en dan wat ratten op bezoek te zijn, maar dat nemen we maar voor lief.
Met frisse oksels en schone kleding nemen we plaats in de gemeenschappelijke ruimte, waar schalen popcorn en koekjes voor ons klaarstaan. We verorberen dit toetje met ongekende snelheid, waarna het tijd is voor de rest van het diner: heerlijke groentesoep, avocado salade, warme groentjes, gebakken aubergine, gepaneerde bergtilapia, aardappeltjes, rijst... Het houdt niet op! Ongelofelijk dat je zo'n heerlijke maaltijd op tafel kan zetten in de bergen, we genieten met volle teugen.
Ons laatste restje energie gebruiken we om nog een paar potjes Uno te spelen en vanaf het uitzichtpunt de sterren te bewonderen. Daarna rol ik mijn nieuwe slaapzak uit (die ongekend donzig blijkt te zijn) en val ik moe en héél voldaan in slaap.
Als ik om kwart voor 7 wakker word zie ik door het raampje de dieprode kleur van de lucht. Snel ren ik naar buiten om vanaf het platform de zon langzaam te zien opkomen. In de verte piept de piek van de Kilimanjaro boven de wolken uit, een prachtig gezicht. De lucht voelt nog heerlijk koel aan, om ons heen horen we enkel vogeltjes. Heerlijke manier om te ontwaken!
We hebben een fantastisch ontbijt met onder andere fruit, pannenkoekjes, toast en gebakken ei. Daarna geven we onze grote tassen af aan de porters en lopen we met onze kleine rugzakjes verder naar de Saddle Hut, op 3500 meter hoogte. De route daar naartoe is groen en gevarieerd, met afwisselend stukken bos en grasland. We spotten leuke baviaantjes en stappen stevig door. Voordat we er erg in hebben zijn we alweer aangekomen bij de hut.
We rusten wat uit en hebben een uitgebreide lunch (die wederom erg lekker is). Daarna gaan we met de club die zin heeft de kleine Meru beklimmen, een schattig piekje van 3800 meter. Vanaf de hut is het maar een klein uur wandelen naar deze top, dus we zijn er zo. Eenmaal daar aangekomen begint het plots te plenzen, maar gelukkig heb ik dit keer mijn regengerei paraat. We schieten nog snel een groepsfoto en lopen dan vlot naar beneden.
Terug bij de hut staat het avondeten al klaar, want vandaag moeten we vroeg naar bed. We starten namelijk 's nachts met onze klim naar de top! Snel schuiven we nog een lichte maaltijd naar binnen en om 8 uur lig ik al in mijn slaapzak. De wekker staat om 12 uur... Spannend, maar ik ben moe genoeg en val als een blok in slaap. To be continued!
Om klokslag twaalf uur 's nachts werd er op ons deur gebonkt: tijd om op te staan! Snel pakken we alles in voor de tocht en kleden we ons vier lagen dik aan. We 'ontbijten' met thee en koekjes, proppen 4 liter water in onze tas en checken nog een laatste keer of we alles hebben. Rond 1 uur 's nachts klikken we onze hoofdlampjes aan en beginnen we met onze klim naar de top, om straks hopelijk op grote hoogte de zonsopgang te zien.
We beginnen rustig, met een recht en redelijk vlak paadje. Toch blijkt tijdens de eerste kilometer meteen hoe heftig de hike gaat worden, want twee mensen hebben nu al zoveel last van hoogteziekte dat ze moeten overgeven. We nemen de nodige pauze en lopen 'polle polle' (langzaam) door. Al snel wordt het pad steiler en komt de eerste lange reeks haarspeldbochten. Dapper buffelen we door en bereiken we na anderhalf uur de eerste pauzeplek.
Na wat koekjes en een pindareep zijn we klaar voor de volgende etappe, die meteen begint met een steil rotsachtig stuk. Er hangen kettingen om je aan vast te houden, maar eigenlijk maken die de wandeling spannender dan nodig. In het beperkte licht zie je de afgrond niet, dus ik concentreer me goed op het neerzetten van mijn voeten en hou me stevig vast. Na dit moeilijke stuk worden we gelukkig beloond met een wat egaler pad omhoog.
We nemen nauwelijks pauze en stoppen alleen als iemand 'monkey business!' roept, wat zoveel betekent als een toiletbezoek tussen de rotsen. De rest neemt dan snel een paar slokken water of propt wat noten naar binnen. Voetje voor voetje lopen we langzaam maar zeker over de slingerende weg naar boven. We zien weinig van de omgeving, maar staren regelmatig vol verwondering naar het sterrenlandschap boven ons.
De lucht wordt ijler en de helling steiler, waardoor de groep langzaam uit elkaar valt. Ik zweef ergens tussen de voorste twee en een groepje achter me en vind het wel lekker om even alleen te lopen. Op mijn eigen tempo slof ik al neuriënd rustig door, tot ik me aansluit bij het voorste groepje.
Uiteindelijk vormen we met vijf man en een gids de kopgroep, waarmee we een flink stuk voor de anderen uitlopen. Toch zijn ook wij niet snel genoeg: ruim anderhalf uur voor we bij de top zijn zien we de zon al opkomen. Gelukkig staan we op een richel met goed uitzicht en genieten we van het prachtige oranje, roze en dieprood in de lucht. Nu het dag is geworden kunnen onze hoofdlampjes uit en zien we dat we nog een flink stuk moeten stijgen voordat we op de top staan.
Dapper stappen we door. Zwijgend en hijgend komen we langzaam vooruit. Ik richt me volledig op mijn ademhaling, zet mijn voeten steeds in hetzelfde ritme neer. Zo komen we uiteindelijk aan bij de laatste klautertocht. Met het einde in zicht vind ik nieuwe energie en vraag ik de gids of het goed is als ik een stukje vooruit loop. Dat mag en met handen en voeten vind ik over de rotsen een weg omhoog... maar blijkbaar niet de juiste. De gids roept en zwaait, ik moet verder naar rechts. Met een kleine omweg kom ik weer op het pad en zie ik in de verte de Tanzaniaanse vlag. Daar moet ik zijn! Snel klim ik het laatste stukje en dan ben ik er éindelijk: de top van Mount Meru, op 4566 meter hoogte!
Na enkele minuten komt ook Anne de top op gewandeld. Zo zijn het toevallig de jongste en de oudste deelnemer die als eerste bovenaan staan: Anne is namelijk 74. Niet veel later staat ons complete groepje boven en genieten we samen van het uitzicht en de overwinning. Want wat is het hier mooi, zo boven de wolken!
En dan moeten we natuurlijk weer terug. We zijn moe, maar de daling is een stuk minder zwaar dan het klimmen. We hebben zelfs adem over om wat te kletsen. Met de euforie van de top nog in onze benen hobbelen we gezellig naar beneden, terwijl we genieten van het landschap dat we in het donker niet konden zien. We wandelen op ons gemak en nemen zo nu en dan een pauze.
Na een tijdje slaat de vermoeidheid toch toe, de daling duurt lang. Ons groepje loopt langzamer dan ik zou willen en mijn hoofd doet pijn van de hoogte en het slaapgebrek. We passeren enkele bekende plekken, zoals de rotsen met kettingen en het eerste pauzepunt. We lopen de haarspeldbochten af, waar geen einde aan lijkt te komen. En dan, hè hè, zijn we terug bij de hut waar we begonnen.
Maar helaas: we kunnen hier niet blijven en moeten terug naar de Mariakamba hut op 2500 meter hoogte. Terwijl we een flinke lunch naar binnen schuiven begint het keihard te regenen. Onze gedachten gaan uit naar de groep achter ons, die nog steeds onderweg is. Zelf zijn we ook de klos, want direct na het eten moeten we door de miezer afdalen. De tocht is vooral héél saai, want niemand heeft meer zin en onze benen zijn moe. Maar natuurlijk komen we uiteindelijk aan. Er staat een teiltje warm water klaar om te wassen, daarna spelen we nog een potje Uno. Als de groep eindelijk weer helemaal compleet is hebben we een fijn diner en daarna gaan we volledig uitgeput in een comateuze slaap.
Na een heerlijk diepe slaap krijgen we tijdens het ontbijt een nieuwe klap te verwerken. Eerder wisten we al dat ons bezoek aan het RISE project niet door zou gaan, omdat de lokale autoriteiten bang zijn voor Corona. Nu kregen we te horen dat er geen alternatief programma zou zijn en dat we ook onze eigen plannen moesten annuleren. De situatie rondom Corona is inmiddels dusdanig verergerd dat we met spoed naar huis moeten.
De afgelopen dagen op de berg kregen we maar weinig mee over het virus, al kwam het onderwerp vaak ter sprake. Pas toen we na onze laatste afdaling (een mooie tocht trouwens) weer toegang tot internet hadden en de appjes van vrienden en familie konden lezen, realiseerden we ons dat het echt geen overdreven drama meer is. We moeten gaan.
Natuurlijk ben ik teleurgesteld, maar ik begrijp de positie van VSO en respecteer dat ze hun verantwoordelijkheid nemen en ons 'verplicht' naar huis sturen. Op het programma voor vandaag stond een relaxte middag bij het zwembad, maar dat plan viel in het water (ha-ha). In plaats daarvan ontstond er verwarring en chaos, terwijl iedereen probeerde zijn vlucht om te boeken. Met hulp van getalenteerde groepsleden en wat externe contacten lukte dit gelukkig heel snel, maar het betekende wel dat het eerste groepje meteen al moest vertrekken. De rest bleef beduusd achter.
We troostten onszelf met een glas wijn bij de lunch en toen nog maar een, en nog een. Bier, whisky-cola en de lokaal gebrouwen konyagi, we hebben het maar op een zuipen gezet. Zo werd het later op de avond, begonnen we te dansen en hadden we "goede" gesprekken. Uiteindelijk hadden we zo toch nog de gemiste bonte avond en maakten we er zelf een feestje van.
Zaterdag vertrek ik naar huis.